De gewone peer vormt een boom, die op oudere leeftijd elk jaar bloeit en, meestal ook elk jaar, vrucht draagt. Hoogstambomen bloeien op latere leeftijd dan zogenaamde spillen. Er komen echter ook beurtjaren voor. De boom bloeit afhankelijk van het ras gemiddeld van half april tot begin mei. Door de vroege bloei kan er tijdens de bloei nachtvorstschade optreden, doordat de bloemen bevriezen en dus niet kunnen uitgroeien tot vruchten. Voor een goede bestuiving is het meestal nodig meerdere rassen bij elkaar te planten. Er zijn ook rassen, zoals Conference, die parthenocarpe vruchten kunnen vormen.

Een peer groeit uit een bevruchte bloem, meestal eerst met de dikke kant naar boven, maar door het toenemende gewicht van de vrucht 'kantelt' deze geleidelijk, tot de overblijfselen van het bloemetje aan de onderkant zijn beland.

Peren zijn grofweg te onderscheiden in handperen en stoofperen. De handpeer heeft over het algemeen een groene kleur met soms een rode blos aan de zonzijde, een zachte schil die eenvoudig te verwijderen is, en sappig en zacht vruchtvlees. De stoofpeer is ook groen maar is droog en hard, en wordt alleen na lang koken eetbaar.

Het areaal handperen in Nederland bedroeg in 2006 6914 ha. De belangrijkste teeltgebieden zijn de Betuwe en de Zeeuwse eilanden. De in Nederland meest geteelde handpeer is de Conference (5073 ha), daarna de Doyenné du Comice (1030 ha). De meest geteelde stoofpeer is de Gieser Wildeman. De perenrassen hebben prachtige namen. Wij hebben ons voor dit nestje laten inspireren..